DE INPLANTING VAN HET SEMINARIE
HET SANCTUARIUM VAN HET WOORD GODS
Een van de bijzonderste lokalen in het seminarie is het “Sanctuarium van het Woord Gods”. Hier bestuderen en mediteren de seminaristen de heilige Schrift in een sfeer van gebed om zich zo langzaam aan om te vormen tot “man van het Woord”.
Dei Verbum nr 21 (Vatikaan II)
De Kerk heeft de heilige Schrift altijd vereerd, zoals het Corpus Christi zelf zij die steeds tijdens de heilige liturgie het levensbrood op de tafel van Gods Woord legt en op dat van het Lichaam van Christus om het aan de gelovigen te offeren.
Altijd, vroeger en nu, heeft zij de Schrift als opperste regel van het geloof erkend, samen met de heilige Traditie door God geïnspireerd en eens voor altijd schriftelijk neergelegd, zij brengt onveranderlijk het Woord Gods zelf en doet door de woorden van de profeten en de apostels de stem van de Heilige Geest weergalmen.
De priesterlijke preek, alsook het christelijk geloof, moeten gevoed en geleid worden door de heilige Schrift.
Inderdaad, in de Heilige Boeken komt de Vader die in de hemel is met tederheid zijn zonen tegemoet en treedt met hen in gesprek. De kracht en de sterkte die aanwezig zijn in Gods Woord zijn zo groot dat zij voor de Kerk haar steunpunt en levenskracht vormen en voor de kinderen van de Kerk de sterkte in hun geloof , het voedsel voor hun ziel, de zuivere en permanente bron van hun geestelijk leven betekenen.
Daarom passen deze woorden perfect bij de Heilige Schrift: “Het is levend dus en daadwerkelijk het woord Gods” (He 4,12), “die de kracht heeft te verheffen en de erfenis te geven aan alle geheiligden”(Ak 20,32; 1Th 2,13).
DE KAPEL
De liturgische ruimte van onze kapel kan niet begrepen worden zonder de theologie van de Raad Vatikaan II die zich incarneert in de beeldende en esthetische vormen. In haar concept heeft men theologie-ecclesiologie-liturgie en spiritualiteit samengevoegd. De ruimte is aangepast aan de actieve deelname van de gelovigen aan de liturgie. Daardoor zal de ordening van de ruimte bijdragen tot de deelname van elkeen, door aan ieder de plaats te geven die de liturgie hem aanduidt.